Tijdens het optreden van de zangeres kreeg zij een niet goed bevestigde stalen balk van bovenaf op haar nek en schouders. Als gevolg hiervan had de vrouw aanhoudende klachten aan haar nek en rechterschouder, -arm en -hand. Daarnaast had de vrouw last van hoofdpijn, vermoeidheid, concentratieproblemen en psychische klachten. De vrouw heeft bij wijze van deelgeschil onder andere verzocht voor recht te verklaren dat het medisch causaal verband tussen het ongeval en de in de verzoekschrift omschreven gezondheidsklachten en beperkingen is komen vast te staan. De rechtbank merkt op dat de vrouw de verzekerde bij dit deelgeschil had moeten betrekken. Omdat niet alle schadeposten zijn voorgelegd, is strikt genomen niet de gehele afwikkeling van de letselschadezaak in deze procedure voorgelegd. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een deelgeschil: het gaat er hier niet om dat een knoop wordt doorgehakt in de onderhandelingen tussen partijen, maar dat een oordeel wordt gegeven over het gehele geschil tussen partijen: er is oneigenlijk gebruik van de deelgeschilprocedure gemaakt. Er is geen sprake van een deelgeschil waarvan de beslechting kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en voor verdere bewijslevering met betrekking tot de causaliteit en de omvang van de schade wegens verminderd arbeidsvermogen is een deelgeschilprocedure niet de geëigende procedure.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 21-04-2022