Naar boven ↑

Update

Nummer 44, 2025
Uitspraken van 9 december 2025 tot Gisteren
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u de nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
In deze nieuwsbrief hebben wij een selectie opgenomen van de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. 

Doodslag vrouw door ‘blinde razernij’: zoontje recht op vergoeding van affectieschade, shockschade en immateriële schade als gevolg van aantasting in de persoon.
Strafrecht. Verdachte heeft in de nacht van 26 op 27 juli 2024 zijn vriendin door geweld van het leven beroofd. Hij heeft haar op dat moment in blinde razernij meermalen geslagen, gestompt, getrapt en met voorwerpen geslagen. Aan deze geweldsexplosie ging een periode van vier maanden vooraf waarin verdachte richting zijn vriendin geweld gebruikte dat naar zijn aard en ernst steeds heftiger werd. In dezelfde fatale nacht heeft verdachte ook hun 5-jarig zoontje mishandeld. Verdachte heeft na de mishandeling de woning verlaten en is bij terugkomst met het zoontje gaan slapen. Verdachte is pas in de avond van 27 juli 2024 met het zoontje naar de politie gegaan. De ouders van het slachtoffer en haar zoontje hebben zich gevoegd als benadeelde partij in het strafproces. De schade die de ouders hebben geleden als gevolg van affectieschade wordt toegewezen. De wettelijke vertegenwoordiger van het zoontje vordert een bedrag van € 20.000 voor affectieschade, een bedrag van € 25.000 voor schokschade en een bedrag van € 20.000 voor immateriële schade als gevolg van aantasting in de persoon bestaande uit lichamelijk letsel en een zeer ernstige schending van de persoonlijke levenssfeer. De affectieschade wordt op grond van artikel 6:108 BW toegewezen. De rechtbank heeft bij de beoordeling omtrent de shockschade acht geslagen op het feit dat het zoontje getuige is geweest van het excessieve geweld en dat hij een zeer afhankelijke band had met het slachtoffer. Hij was niet alleen getuige van dit geweld maar werd ook alleen achtergelaten met zijn ernstig gewonde moeder en daarna met zijn overleden moeder. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat de benadeelde partij door deze confrontaties een hevige emotionele schok heeft ervaren. Het zoontje is gediagnosticeerd met PTSS. De rechtbank acht het gevorderde bedrag billijk. Tot slot acht de rechtbank het gevorderde bedrag van € 20.000 aan immateriële schade als gevolg van aantasting in de persoon in de zin van lichamelijk letsel en een zeer ernstige schending van de persoonlijke levenssfeer, billijk (PS 2025-0630).

Toepassing Rotterdamse Schaal (vergoeding van immateriële schade).
Strafrecht. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging doodslag en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel ten aanzien van zijn buren. Hierbij heeft verdachte zijn slachtoffers aangevallen met een samoeraizwaard. Door het handelen van verdachte ontstond de kans dat zijn buurman zou overlijden en ook zijn buurvrouw is bij de aanval zwaargewond geraakt. Beide slachtoffers hebben zich gevoegd als benadeelde partij. Naast dat zij beide vergoeding van de materiële schade vorderen, vorderen zij ook immateriële schade door het lichamelijk letsel dat zij hebben opgelopen. Het eerste slachtoffer heeft letsel aan de linker- en rechterarm, in het gezicht en aan de rug. Uit medische informatie blijkt dat het letsel aan de onderarmen zo ernstig was dat de onderarmen bijna moesten worden geamputeerd (‘near amputation’). Duidelijk is dat geen volledig herstel te verwachten is en dat sprake is van blijvend verlies in kracht, functionaliteit en sensibiliteit van beide armen. Volgens de medische stukken is het waarschijnlijk dat de benadeelde levenslang afhankelijk zal blijven van spalken en drukhandschoenen en dat hij blijvend ernstige beperkingen aan beide armen zal overhouden. Op de armen is uitgebreide littekenvorming. Ook in het gezicht is een zichtbaar litteken en op de rug is eveneens een litteken aanwezig. Voor het vaststellen van de immateriële schade zoekt de rechtbank aansluiting bij de Rotterdamse Schaal. De rechtbank acht dat het letsel tussen twee categorieën, a: zeer ernstig armletsel en b: middenzwaar armletsel, in zit. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag of een totaalbedrag van € 74.000 aan smartengeld passend is of dat er reden is dit bedrag naar boven of beneden bij te stellen. De rechtbank ziet grond het bedrag naar boven bij te stellen. Gelet op de aard, de ernst en de intensiteit van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in soortgelijke zaken toewijzen, is de rechtbank van oordeel dat een bedrag van € 85.000 aan smartengeld redelijk en billijk is. Omtrent het tweede slachtoffer oordeelt de rechtbank dat het slachtoffer ernstig letsel aan haar linkerpols heeft opgelopen. De rechtbank oordeelt dat dit is te scharen onder categorie b ‘middelzwaar polsletsel’ van de Rotterdamse Schaal. Naast lichamelijk letsel, heeft de benadeelde als gevolg van het bewezen verklaarde ook geestelijk letsel in de vorm van een posttraumatische stressstoornis opgelopen zodat sprake is van aantasting in de persoon op andere wijze. Gelet op de aard, de ernst en de ntensiteit van het feit acht de rechtbank de gevorderde immateriële schade van € 35.000 redelijk en billijk (PS 2025-0631).

Literatuur
J. Derksen, ‘De zorgplicht van de advocaat bij tegenstrijdige belangen in de driehoeksverhouding met de aansprakelijkheidsverzekeraar en de verzekerde’, NTBR 2025/10, afl. 8.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Hof

Rechtbank

Antillen