Naar boven ↑

Update

Nummer 33, 2025
Uitspraken van 23 september 2025 tot 29 september 2025
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u de nieuwe PS Update aan.  

Rechtspraak
In deze nieuwsbrief hebben wij een selectie opgenomen van de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. 

Dierenhotel aansprakelijk voor val tijdens hondencursus.
De man vordert een verklaring voor recht dat het dierenhotel aansprakelijk is voor het ongeval wat hem is overkomen tijdens een hondentrainingscursus die plaatsvond in de trainingshal van het dierenhotel. De man is uitgegleden op een natte plek in de trainingshal die veroorzaakt was door een plassende hond. De rechtbank heeft de vordering van de man bij beschikking in deelgeschil afgewezen. Voor het hof staat op basis van de verklaringen dat vast dat sprake is geweest van een natte plek op de betonnen vloer naast de tunnel doordat iemand daar een hondenplas had opgedweild. De man is op die plek op zijn rug en arm gevallen toen hij een stap terug wilde doen om zijn hond aan te sporen de tunnel in te gaan. Het hof oordeelt aan de hand van het Kelderluik-criteria of het dierenhotel aansprakelijk is voor deze schade. Naar oordeel van het hof bestaat er een reële kans op het gevaar wat zich heeft verwezenlijkt. De voorzorgmaatregelen die zijn genomen, het klaarzetten van een emmer met dweil met de instructie ‘goed dweilen’, zijn volgens het hof onvoldoende. De meest eenvoudige instructie zou zijn geweest om de deelnemers erop te wijzen dat na een ongelukje de vloer niet alleen (goed) schoon gedweild moest worden maar ook droog gemaakt moest worden. Een gele gevarendriehoek is inderdaad ook een obstakel, zoals het dierhotel heeft aangevoerd, maar dit obstakel is in ieder geval meer zichtbaar dan een natte plek op de betonnen vloer. Daarnaast is ook van belang dat bij een hondentrainingscursus de deelnemers voornamelijk letten op hun hond en niet per se hun aandacht richten op de vloer. Het dierenhotel heeft daarom onrechtmatig gehandeld. Het beroep op eigen schuld slaagt niet. Tot slot slaagt het beroep op de exoneratieclausule ook niet (PS 2025-0506).

Vordering zorgverzekeraar om tussen te komen toegewezen.
Op 13 juli 2019 is een motorrijder betrokken geweest bij een ernstig verkeersongeval. Als gevolg van het ongeval heeft hij ernstig letsel opgelopen. Voor materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ongeval lijdt heeft hij drie partijen aansprakelijk gesteld. Als gevolg van het door de motorrijder opgelopen letsel heeft de verzekeraar medische kosten betaald en zullen er ook in de toekomst nog kosten worden gemaakt. Deze kosten wil de verzekeraar verhalen. De verzekeraar vordert dat zij op grond van artikel 217 Rv mag tussenkomen, dan wel mag voegen, in de hoofdzaak. De verwerende partijen in het incident stellen dat de verzekeraar geen belang heeft bij haar vordering. Zij heeft namelijk onvoldoende toegelicht welke nadelige gevolgen zij van de uitspraak in de hoofdzaak zou kunnen ondervinden, zodat zij niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeraar wel een gerechtvaardigd belang heeft bij haar vordering tot tussenkomst. Zij heeft voldoende toegelicht dat een negatieve uitspraak over de aansprakelijkheid in de hoofdzaak negatieve gevolgen kan hebben voor haar verhaalsmogelijkheden. De verwerende partijen hebben tevens tevergeefs aangevoerd dat er sprake zou zijn van strijd met de goede procesorde. De vordering van Zilveren Kruis is gelijktijdig met de conclusie van antwoord van een van de partijen in de hoofdzaak ingediend. Gezien het bepaalde in artikel 218 Rv is de vordering van Zilveren Kruis op tijd ingediend. Het klopt dat het toestaan van de tussenkomst door Zilveren Kruis voor enige vertraging in de procedure zal zorgen. Dat deze vertraging voor de verwerende partijen in het incident onwenselijk kan zijn, maakt nog niet dat deze onredelijk is en lijdt tot een strijd met de goede procesorde. De rechtbank is van oordeel dat van strijd met de goede procesorde geen sprake is. De vordering tot tussenkomst wordt toegewezen (PS 2025-0502).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

C.J. Weering, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Limburg 25 juni 2025, nr. C/03/342246 / KG ZA 25-201, ECLI:NL:RBLIM:2025:6034’, JA 2025/114 (Kort geding. Uitzichtloos lijden. Medische wetenschap. Richtlijnen. Professionele standaard. Second opinion. Levensbeëindiging. Verdragsrechten. Indirecte horizontale werking. Marginale toetsing. Goed hulpverlenerschap.). 

E.S. van den Berg, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Den Haag 1 mei 2025, nr. C/09/678610 / HA RK 25-26, ECLI:NL:RBDHA:2025:7938’, JA 2025/116 (Kwalitatieve aansprakelijkheid voor opstallen. Gebrek-vereiste. Bedrijfsmatig gebruik). 

J. van de Klashorst, annotatie JA bij: ‘Hoge Raad 4 juli 2025, nr. 24/00600, ECLI:NL:HR:2025:1082’, JA 2025/118 (WAM-verzekering. Benadeelde. Fraude. Analoge toepassing verzekeringsrecht). 

B.M.G. Bijnen, annotatie JA bij: ‘Hoge Raad 11 juli 2025, nr. 24/02603, ECLI:NL:HR:2025:1133’, JA 2025/119 (50%-regel. Verkeersaansprakelijkheid motorrijtuigen. Subrogatie verzekeraar in billijkheidscorrectie. Rol vaststellingsovereenkomst). 

M.A. de Hek, ‘Overheidsaansprakelijkheid bij adoptiemisstanden’, Verkeersrecht ANWB 2025/99. 

S. de Lang, ‘MH-17: De EHRM-zaak’, Verkeersrecht ANWB 2025/100. 

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Hof

Rechtbank