Naar boven ↑

Update

Nummer 29, 2025
Uitspraken van 26 augustus 2025 tot 1 september 2025
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u de nieuwe PS Updates aan.  

Rechtspraak
In deze nieuwsbrief hebben wij een selectie opgenomen van de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Daarnaast bevat de selectie ook uitspraken uit de zomerperiode. De laatste nog niet opgenomen uitspraken uit de zomerperiode zullen in de volgende nieuwsbrief verschijnen. 

Achteropaanrijding na stoppen voor eenden: aansprakelijkheid aangenomen.
In deze zaak is sprake van een kop-staartbotsing na remactie in verband met overstekende eenden. De voorop rijdende bestuurder reed buiten de bebouwde kom op een 80 km-weg. Nadat hij volledig tot stilstand was gekomen, werd hij van achter aangereden door de achterliggende auto. De vraag is of de verzekeraar van de achterop rijdende bestuurder aansprakelijk is voor de schade die de voorop rijdende bestuurder heeft geleden. De rechtbank stelt voorop dat de voorop rijdende bestuurder de bewijslast heeft, dit is vaste rechtspraak bij kop-staartbotsingen. Volgens diezelfde vaste rechtspraak biedt het enkele feit dat de achterste rijdende bestuurder op de voorste auto is gebotst, onvoldoende basis om de bestuurder van de voorste auto voorshands geslaagd te achten in het bewijs dat de bestuurder van de achterste auto een aan hem toerekenbare verkeersfout heeft gemaakt. De voorop rijdende bestuurder stelt dat de achterste bestuurder in de gegeven omstandigheden te hard reed en te weinig afstand heeft gehouden. De rechtbank concludeert op basis van camerabeelden gemaakt door de camera uit de voorop rijdende auto dat de achterste bestuurder significant harder reed dan de voorop rijdende bestuurder. De achterop rijdende bestuurder reed tot kort voor de aanrijding 80 km/h terwijl de adviessnelheid 60 km/h was. Van belang is verder dat de achterste bestuurder niet heeft gesteld dat de voorop rijdende bestuurder niet mocht remmen omdat de achterste bestuurder al dicht op de voorop rijdende auto reed. Integendeel, hij stelt juist dat hij steeds voldoende afstand tot de voorop rijdende bestuurder heeft gehouden. Voor de achterste bestuurder geldt de norm dat hij zijn auto tot stilstand moet kunnen brengen binnen de afstand waarover hij de weg waarop hij rijdt kan overzien. In de gegeven omstandigheden kan niet geconcludeerd worden dat de achterste bestuurder voldoende afstand tot de voorop rijdende bestuurder heeft gehouden. Uit het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, volgt dat de achterste bestuurder in dit geval door niet tijdig tot stilstand te kunnen komen niet heeft voldaan aan de norm van artikel 19 RVV. Daarmee heeft hij onzorgvuldig jegens de voorop rijdende bestuurder gehandeld, wat ertoe leidt dat de verzekeraar aansprakelijk is voor de schade. Het beroep op eigen schuld aan de kant van de voorop rijdende bestuurder slaagt niet (PS 2025-0436).

Rapport tuchtrechtelijk berispte deskundigen moet aan door rechtbank benoemde deskundige en de verzekeraar worden verstrekt.
Deze procedure wordt gevoerd tegen de verzekeraar van een instelling die diensten verleent op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. De man is op grond van een geneeskundige behandelovereenkomst onder behandeling geweest bij deze instelling. De vorderingen van de man zijn – kort gezegd – gebaseerd op de stelling dat de instelling daarbij tekort is geschoten. Dat heeft er volgens de man toe geleid dat hij onder invloed van een psychose drie mensen van het leven heeft beroofd. De rechtbank gaat over tot benoeming van een deskundige. Deze wordt gevraagd de rechtbank voor te lichten over de gestelde diagnose, het voorgeschreven medicijn, de monitoring van de man gedurende de behandeling en het mogelijke verband tussen de behandeling, de volgens de man opgetreden psychose en de gepleegde delicten. De man verzoekt de rechtbank om deels terug te komen van haar beslissing om de in het kader van de strafrechtelijke procedure door psychologen en psychiaters opgemaakte rapporten toe te voegen aan het dossier. Ter onderbouwing daarvan voert de man aan dat de rapporteurs op 23 april 2025 door het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg zijn berispt vanwege hun betrokkenheid bij het rapport. Het verzoek wordt afgewezen omdat de deskundige de beschikking moet hebben over alle mogelijke relevante informatie. Deze kan vervolgens zelf beslissen of kennisneming daarvan relevant is voor de beantwoording van de vragen. De rapportages moeten zowel aan de deskundige als aan de verzekeraar van de zorginstelling worden gezonden. De rechtbank komt (dus) niet terug op de hierover eerder al genomen beslissing. Nadat het deskundigenonderzoek is afgerond, zullen de partijen zich over het resultaat daarvan mogen uitlaten. Daarna zal de rechtbank verder beslissen (PS 2025-0437).

Organisatie ‘Titan Swim’ aansprakelijk.
De man heeft bij deelname aan een georganiseerd evenement in het water een dwarslaesie opgelopen toen hij van een obstakel (de ‘piramid’) wilde springen en uitgleed. In deze zaak staat centraal of de organisator onrechtmatig heeft gehandeld. De organisator is gevestigd in België maar omdat het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan in Zevenhuizen is het hof Den Haag relatief bevoegd. Gekeken moet worden of er sprake is van onrechtmatige gevaarzetting. Uitgangspunt is dat de organisator als professionele sportevenementorganisator een zorgplicht heeft voor de veiligheid van deelnemers. Dat iemand kiest voor deelname aan een hindernisbaan, ondanks de hieraan bekende, intrinsiek verbonden risico’s, ontslaat de organisator niet van de op haar rustende zorgplicht. Naar het oordeel van het hof volgt uit het voorgaande dat de organisator – door het plaatsen van de piramid als onderdeel van een hindernisbaan – een situatie in het leven heeft geroepen die bij niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid door de deelnemers gevaarlijk is. Daarbij gaat het hier om een hindernisbaan waarbij deelnemers in teamverband fysiek uitdagende en voor hen onbekende obstakels moeten nemen. Om deze reden had de organisator er rekening mee moeten houden dat een deelnemer verkeerd zou inschatten hoe een obstakel moest worden verlaten en daarbij (ernstig) letsel zou oplopen. Volgens het hof had de organisator meer maatregelen kunnen nemen om te zorgen dat deelnemers niet van de obstakels zouden afspringen. Omdat dit is nagelaten is er sprake van onrechtmatige gevaarzetting. De organisator heeft ten onrechte onvoldoende rekening gehouden met de kans dat deelnemers niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht zouden nemen en van de piramid zouden (pogen te) springen, terwijl de kans dat daardoor een ongeval met (ernstig) letsel zou plaatsvinden groot was gezien de hoogte en vormgeving van het obstakel en het nemen van adequate, op de situatie toegesneden veiligheidsmaatregelen niet bezwaarlijk was. Zij heeft daarmee haar zorgplicht onvoldoende nageleefd. Het beroep op eigen schuld aan de kant van de man slaagt niet. Daarbij slaagt het beroep op het exoneratiebeding in de algemene voorwaarden ook niet. Het hof vernietigt het bestreden vonnis, waarin de vordering was afgewezen en wijst de vorderingen van de man alsnog toe (PS 2025-0438).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

T. van Malssen, ‘Rechtvaardigheid en rechtsvorming in het aansprakelijkheidsrecht: enkele filosofische reflecties’, Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade 2025/20, afl. 4. 

A. Kolder,’ Vijf jaar personenschade bij de Hoge Raad (2020 t/m 2024): twintig kernarresten’, Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade 2025/21, afl. 4.

18e Gronings Letselschadecongres
Op maandag 6 oktober 2025 vindt het 18e Gronings Letselschadecongres plaats, met als thema: ‘Kwaliteit in letselschadezaken’. Klik hier voor meer informatie.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep

Antillen