Naar boven ↑

Update

Nummer 20, 2025
Uitspraken van 20 mei 2025 tot 26 mei 2025
Redactie: Mr. H. Vorsselman, mr. drs. I. van der Zalm, mr. Y. Bosschaart en J. Stulp.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe PS Updates aan. 

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de sinds de vorige nieuwsbrief verschenen uitspraken, die te raadplegen zijn via de hyperlinks onder aan deze nieuwsbrief. Wij lichten de volgende uitspraken hier voor u uit.

Verhouding civiele vordering en lopende strafzaak.
Uit het beginsel van de strafrechtelijke onschuldpresumptie volgt niet dat de civielrechtelijke regels van stelplicht en bewijslast niet van toepassing zijn op de gedaagde partij die tevens verdachte is in een strafzaak, in die zin dat van hem niet zou kunnen worden gevergd dat hij gemotiveerd verweer voert of dat aan het ontbreken daarvan niet de wettelijke gevolgen zouden mogen worden verbonden. Opmerking verdient nog dat het antwoord op de vraag welke mate van betwisting, en motivering daarvan, van de gedaagde mag worden verlangd, afhankelijk is van het partijdebat en de overige omstandigheden van het geval. De rechter kan bij de beoordeling of de gedaagde de stellingen van de eiser voldoende heeft betwist, met de positie van de gedaagde als verdachte in het strafproces rekening houden (PS 2025-0278).

Spanningsklachten en eenmalig bezoek aan huisarts: geen smartengeld.
Strafrecht. In deze zaak gaat het om diefstal, specifiek door insluiping in een woning. De bewoonster wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot vergoeding van immateriële schade. Het hof kan in deze zaak niet op grond van objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel vaststellen. Hoewel de door de benadeelde partij geschetste spanningsklachten zonder meer voor te stellen zijn, is het hof van oordeel dat mede gelet op de aard en ernst van de normschending de enkele constatering van de huisarts dat de benadeelde partij eenmalig op afspraak is geweest in verband met spanningsklachten onvoldoende is om tot een schadeloosstelling op grond van aantasting in de persoon op andere wijze in de zin van artikel 6:106 BW te komen (PS 2025-0276). 

Toewijzing voorlopig deskundigenbericht (zorgschade) ondanks inhoud tussenvonnis.
In 2013 is een voetganger aangereden door een lijnbus. De voetganger heeft door het ongeval ernstig hersenletsel opgelopen waarvan hij blijvend zowel fysieke als mentale beperkingen ondervindt. Hij is niet meer in staat zelfstandig voor zichzelf te zorgen en woont in een mantelzorgwoning. De rechtbank Limburg heeft in een tussenvonnis d.d. 28 juni 2023 (ECLI:NL:RBLIM:2023:4336) over de diverse vorderingen geoordeeld. Onder meer over de zorgschade. In hoger beroep wordt verzocht om een voorlopig deskundigenbericht te bevelen. Hiermee willen de ouders (tevens notarieel gevolmachtigden) van het slachtoffer duidelijkheid verkrijgen over de vraag welke woon- en zorgvormen in praktijk mogelijk zijn voor hun zoon en van welke zorgkosten zou moeten worden uitgegaan bij de begroting van toekomstschade. Naar het oordeel van het hof hebben de ouders voldoende belang bij hun verzoek. Welke toekomstige woonvorm uitgangspunt zou moeten zijn is van belang voor de begroting van de schadevergoeding en over die woonvorm verschillen partijen van mening. De uitkomst van het voorlopig deskundigenbericht zal volgens de ouders bijdragen aan het kunnen inschatten van de proceskansen in hoger beroep als partijen niet tot een schikking komen. Dat de rechtbank op basis van het deskundigenbericht van Hoeijmakers heeft geoordeeld dat het wonen in een Wlz-instelling als passend voor de zoon moet worden beschouwd, maakt niet dat het verzoek moet worden afgewezen. Zoals de ouders terecht stellen zal in hoger beroep immers opnieuw moeten worden beoordeeld of van de zoon verlangd kan worden dat hij naar een Wlz-instelling verhuist of dat van de verweerders kan worden gevergd dat zij kosten van thuisverzorging vergoeden. Hetzelfde geldt voor het oordeel van de rechtbank dat de schade periodiek moet worden vergoed. Ook dat kan in hoger beroep opnieuw aan de orde komen en is dus geen reden voor afwijzing van dit verzoek. Daarnaast acht het hof het van belang dat het houden van een voorlopig deskundigenbericht niet in de weg staat aan (de voortgang van) de hoofdzaak. Het verzoek wordt toegewezen. De kosten van het onderzoek zullen – in afwijking van de hoofdregel van artikel 205 lid 1 Rv jo. artikel 195 Rv – voor 75% moeten worden voorgeschoten door de verweerders gezamenlijk en voor 25% door de ouders (PS 2025-0274).

Literatuur
Hier vindt u het overzicht van de literatuur die sinds de vorige nieuwsbrief is verschenen.

T. Riyazi, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Limburg 26 februari 2025, nr. 11008173 \ CV EXPL 24-1563, ECLI:NL:RBLIM:2025:1947’, JA 2025/77 (RI&E. Zorgplicht) 

E.J. Wervelman, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Gelderland zp Arnhem 12 februari 2025, nr. C/05/442014 / HA RK 24-147, ECLI:NL:RBGEL:2025:1321’, JA 2025/74 (Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Voorlopig deskundigenbericht. Geen medisch objectiveerbare stoornis. Geen herkenbaar en benoembaar ziektebeeld) 

C.J.M. van Doorn, annotatie JA bij: ‘Rechtbank Midden-Nederland 8 januari 2025, nr. C/16/555152 / HA ZA 23-289, ECLI:NL:RBMNE:2025:10’, JA 2025/69 (Collectieve schadevergoedingsactie. Productaansprakelijkheid. Ontvankelijkheid. Toepasselijkheid WAMCA) 

L.A.B.M. Wijntjens, annotatie JA bij: ‘Gerechtshof Den Haag 13 maart 2025, nr. 200.321.335/01, ECLI:NL:GHDHA:2025:353’, JA 2025/64 (Binnenlandse adoptie. Verjaring. Collectieve actie gelijksoortigheidsvereiste) 

J. Derksen, annotatie JA bij ‘Rechtbank Amsterdam 19 juni 2024, nr. C/13/740814 / HA ZA 23-943, ECLI:NL:RBAMS:2024:4435’, JA 2025/62 (Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Belangenconflict. Aansprakelijkheidsverzekering) 

N. Lavrijssen, annotatie JA bij ‘Gerechtshof Amsterdam 11 maart 2025, nr. 200.319.123/01, ECLI:NL:GHAMS:2025:616’, JA 2025/59 (Beroepsfout advocaat. Kansschade) 

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar ps-updates@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Ilona van der Zalm & Armin Vorsselman 
PS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Antillen