Twee elkaar tegemoetkomende wielrenners komen met elkaar in botsing, doordat een van de wielrenners op de verkeerde helft van het fietspad terechtkwam nadat hij – op zijn eigen weghelft – een losgeraakt stuk tyleenbuis had overreden. Beiden raken ernstig gewond, maar als gevolg van de actie van de uitwijkende wielrenner, overlijdt de andere wielrenner diezelfde dag. De nabestaanden van de overleden wielrenner stellen de ander aansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit het overlijden, bestaande uit affectieschade, kosten van de begrafenis en levensonderhoud. De rechtbank komt tot het oordeel, alle omstandigheden in aanmerking genomen, dat de uitwijkende wielrenner een onnodig risico heeft genomen door zijn inhaalactie in te zetten en af te ronden zonder na te (kunnen) gaan of hij zijn weg op zijn eigen weghelft veilig kon voorzetten. Hij kon de tyleenbuis immers waarnemen op een moment waarop hij nog de mogelijkheid had om de aanrijding te voorkomen, namelijk op het moment dat hij zich naast de getuige bevond tijdens zijn inhaalactie of vlak daarna. Het onrechtmatig handelen kan aan de uitwijkende wielrenner worden toegerekend en hij is aansprakelijk voor de schade.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Middelburg), 30-01-2024