Naar boven ↑
182 resultaten

Rechtspraak

PS 2023-0512

Deelgeschil. Een van drie zaken van cliënten van eenzelfde onderneming (niet aangesloten bij een (beroeps)vereniging of keurmerk, waardoor volgens de kantonrechter geen sprake is van toezicht of kwaliteitswaarborgen) die een dispuut hebben over buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken. In alle drie de zaken wordt gelijkluidend geoordeeld dat de in de betreffende zaak opgetreden belangenbehartiger niet heeft aangetoond over voldoende erkende expertise op het gebied van personenschade te beschikken. Belangenbehartiger heeft verklaard intern te zijn opgeleid en geen opleiding en cursussen op het gebied van personenschade te hebben gevolgd. Kennis van het personenschaderecht wordt van het internet en uit jurisprudentie gehaald. Belangenbehartiger kan daarom niet als personenschadespecialist worden aangemerkt. De kantonrechter ziet niet in waarom de uitgevoerde inhoudelijke werkzaamheden een hoger uurtarief dan € 80 rechtvaardigen. Hetzelfde geldt voor de administratieve werkzaamheden. Hiervoor wordt een uurtarief van € 50 redelijk geacht. De verzekeraar heeft weliswaar niet direct en niet in alle dossiers van de onderneming bezwaar gemaakt tegen het uurtarief van € 185, maar dat wil niet zeggen dat verzekeraar daarmee haar recht zou hebben verspeeld hier bezwaar tegen te maken. Uit de overgelegde jurisprudentie en literatuur blijkt dat er steeds meer aandacht is voor ongereguleerde belangenbehartigers en dat dit doorwerkt in het beleid dat verzekeraars hanteren.
Rechtbank Midden-Nederland, 13-10-2023

Rechtspraak

PS 2023-0511

Deelgeschil. Een van drie zaken van cliënten van eenzelfde onderneming (niet aangesloten bij een (beroeps)vereniging of keurmerk, waardoor volgens de kantonrechter geen sprake is van toezicht of kwaliteitswaarborgen) die een dispuut hebben over buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken. In alle drie de zaken wordt gelijkluidend geoordeeld dat de in de betreffende zaak opgetreden belangenbehartiger niet heeft aangetoond over voldoende erkende expertise op het gebied van personenschade te beschikken. Belangenbehartiger heeft verklaard intern te zijn opgeleid en geen opleiding en cursussen op het gebied van personenschade te hebben gevolgd. Kennis van het personenschaderecht wordt van het internet en uit jurisprudentie gehaald. Belangenbehartiger kan daarom niet als personenschadespecialist worden aangemerkt. De kantonrechter ziet niet in waarom de uitgevoerde inhoudelijke werkzaamheden een hoger uurtarief dan € 80 rechtvaardigen. Hetzelfde geldt voor de administratieve werkzaamheden. Hiervoor wordt een uurtarief van € 50 redelijk geacht. De verzekeraar heeft weliswaar niet direct en niet in alle dossiers van de onderneming bezwaar gemaakt tegen het uurtarief van € 185, maar dat wil niet zeggen dat verzekeraar daarmee haar recht zou hebben verspeeld hier bezwaar tegen te maken. Uit de overgelegde jurisprudentie en literatuur blijkt dat er steeds meer aandacht is voor ongereguleerde belangenbehartigers en dat dit doorwerkt in het beleid dat verzekeraars hanteren.
Rechtbank Midden-Nederland, 11-10-2023

Rechtspraak

PS 2023-0510

Deelgeschil. Een van drie zaken van cliënten van eenzelfde onderneming (niet aangesloten bij een (beroeps)vereniging of keurmerk, waardoor volgens de kantonrechter geen sprake is van toezicht of kwaliteitswaarborgen) die een dispuut hebben over buitengerechtelijke kosten in letselschadezaken. In alle drie de zaken wordt gelijkluidend geoordeeld dat de in de betreffende zaak opgetreden belangenbehartiger niet heeft aangetoond over voldoende erkende expertise op het gebied van personenschade te beschikken. Belangenbehartiger heeft verklaard intern te zijn opgeleid en geen opleiding en cursussen op het gebied van personenschade te hebben gevolgd. Kennis van het personenschaderecht wordt van het internet en uit jurisprudentie gehaald. Belangenbehartiger kan daarom niet als personenschadespecialist worden aangemerkt. De kantonrechter ziet niet in waarom de uitgevoerde inhoudelijke werkzaamheden een hoger uurtarief dan € 80 rechtvaardigen. Hetzelfde geldt voor de administratieve werkzaamheden. Hiervoor wordt een uurtarief van € 50 redelijk geacht. De verzekeraar heeft weliswaar niet direct en niet in alle dossiers van de onderneming bezwaar gemaakt tegen het uurtarief van € 185, maar dat wil niet zeggen dat verzekeraar daarmee haar recht zou hebben verspeeld hier bezwaar tegen te maken. Uit de overgelegde jurisprudentie en literatuur blijkt dat er steeds meer aandacht is voor ongereguleerde belangenbehartigers en dat dit doorwerkt in het beleid dat verzekeraars hanteren.
Rechtbank Midden-Nederland, 11-10-2023