Deelgeschil. Stilstaande automobilist wordt schuin van achteren aangereden door een andere auto met een snelheid van ongeveer 40 km/u. De klachten begonnen zich op de tweede dag na het ongeval te ontwikkelen, in de vorm van nek-, schouder- en rugklachten, alsmede hoofdpijn en slaapproblemen. Er wordt verzocht dat de rechtbank zal bepalen (1) dat het realiteitsgehalte van zijn klachten is bewezen en (2) dat zijn klachten het gevolg van het ongeval zijn. Het eerste verzoek wordt niet-ontvankelijk verklaard, omdat daarover geen geschil is en dat niet kan bijdragen aan het vlottrekken van de onderhandelingen. In dit deelgeschil gaat het over de door de deskundigen in hun rapporten beschreven huidige klachten van de benadeelde. De door de orthopedisch chirurg beschreven pijnklachten in de nek- en schouderregio komen overeen met de door de neurochirurg beschreven klachten. Dit geldt niet voor de door de orthopedisch chirurg beschreven pijnklachten aan lage rug/bekken. Die worden niet door de neurochirurg genoemd en hij heeft daar ook geen onderzoek naar gedaan. De rechtbank oordeelt dat er geen causaal verband is tussen de lage rug-/bekkenklachten en het ongeval, maar dat dit verband wel bestaat tussen het ongeval en zijn pijn aan nek en schouder, en de hoofdpijn.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 31-01-2024