Huurders vorderen onder meer immateriële schadevergoeding wegens ernstige gebreken aan huurwoning. Het hof wijst de vordering af, omdat huurders onvoldoende hebben onderbouwd dat aan hun zijde sprake is van een ‘aantasting in de persoon’ (art. 6:106 BW). De enkele omstandigheid dat sprake was van ernstige gebreken aan het gehuurde is onvoldoende. Ook de medische problemen van een van de huurders is onvoldoende, omdat niet is gebleken dat deze veroorzaakt zijn door of samenhangen met de gebreken aan de huurwoning.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 01-10-2019