Conclusie advocaat-generaal Lindenbergh. Ex-rijschoolhouder wordt van achteren aangereden als gevolg waarvan hij letsel oploopt. Echter had de man voor het ongeval al pijnklachten en beperkingen van de nek, schouder en rechterarm, die werden toegeschreven aan een hernia, en is hij deels arbeidsongeschikt. Na het ongeval wordt de man volledig arbeidsongeschikt verklaard. Het hof is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat sprake is geweest van een toegenomen arbeidsongeschiktheid als gevolg van de achteropaanrijding. Op de mogelijkheid van het bestaan van niet-medisch objectiveerbare, maar wel, reële klachten en causaal verband tussen het ongeval en deze klachten is het hof in het eindarrest niet nader ingegaan, terwijl het hof evenmin heeft overwogen dat de man hierover te weinig heeft gesteld. Daarmee is het oordeel van het hof volgens de advocaat-generaal onvoldoende gemotiveerd. De advocaat-generaal concludeert dat enkele subonderdelen van het cassatiemiddel gegrond zijn en concludeert tot vernietiging van het arrest van het hof met verwijzing.
Parket bij de Hoge Raad, 17-03-2023