Deelgeschil. Een vrouw verzoekt de kantonrechter voor recht te verklaren dat haar behandelaar aansprakelijk is voor de schade, zowel materieel als immaterieel, die zij heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van het onrechtmatig handelen van de behandelaar. Volgens de vrouw heeft de behandelaar onrechtmatig jegens haar gehandeld door tijdens haar zwangerschap aan haar te vertellen dat de uitslag van haar NIPT-test negatief was, terwijl deze in werkelijkheid positief was op het syndroom van Down. Hier kwam zij pas achter toen ze al 25 weken zwanger was. De handelingen van de behandelaar hebben ertoe geleid dat de behandelaar een keuze voor de vrouw heeft gemaakt. Het leven van de vrouw en haar gezin is ernstig ontwricht. De behandelaar weigert inhoudelijk te reageren en aansprakelijkheid te erkennen. De kantonrechter verklaart zichzelf onbevoegd omdat de vordering van onbepaalde waarde is en er geen duidelijke aanwijzingen zijn dat de verlangde schadevergoeding geen hogere waarde vertegenwoordigt dan de competentiegrens van € 25.000 ex artikel 92 sub b Rv. De zaak gaat ook niet over een onderwerp dat altijd door de kantonrechter moet worden behandeld. De zaak wordt door verwezen naar de relatief en absoluut bevoegde rechter.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 08-11-2024