Strafrecht. Veroordeling voor zware mishandeling. Afwijzing van vordering tot immateriële schadevergoeding, omdat een deskundigenverklaring ontbreekt.

Knieletsel opgelopen tijdens voetbalwedstrijd. Geen sprake van onrechtmatig handelen door wederpartij; onrechtmatigheid volgt niet reeds uit ernst ontstane letsel.

werknemer/werkgever c.s.

Klachtplicht artikel 6:89 BW van overeenkomstige toepassing op situaties waarin personenschade wordt geleden tijdens het verrichten van werkzaamheden op basis van een arbeidsovereenkomst. Werkgever aansprakelijk voor bedrijfsongeval met het (ontvlambare) middel Ecosol.

Stroomschok servicemonteur door fout derde bij plaatsing aircoinstallatie; werkgever monteur aansprakelijk wegens schending zorgplicht.

Strafrecht. Vordering benadeelde partij na moord volledig toegewezen (12.000 Arubaanse florin).

Letselschade na ongeval op kartbaan. 15-jarig meisje (ervaren kartster) is aangereden door 20-jarige man (onervaren karter). De ouders van het meisje stellen Kombikart en de 20-jarige man aansprakelijk voor de geleden schade. De rechtbank moet beoordelen welke partij(en) aansprakelijk is/zijn en of sprake is van eigen schuld van het slachtoffer.

werkgeefster/werknemer

Werkgeefster niet (op grond van artikel 7:611 of 7:658 BW) aansprakelijk voor schade die is ontstaan tijdens BHV-cursus.

Strafrecht. Veroordeling voor ontuchtige handelingen met dochter van veroordeelde. Schadevergoeding aan dochter toegewezen van € 2.691,42, waarvan € 2.500 aan immateriële schadevergoeding. De materiële schade van de moeder, bestaande uit reiskosten en telefoon- en portokosten, kunnen volgens de rechtbank worden aangemerkt als verplaatste schade in de zin van artikel 6:107 BW en komen voor vergoeding in aanmerking.

Deelgeschil. Verklaring voor recht toegewezen dat verzekeraar schade ten gevolge van het ongeval moet vergoeden, ondanks vrijspraak in strafrechtelijke procedure.

X/GGD Zaanstreek

De voorzieningenrechter beoordeelt of eiser recht heeft op een afschrift van het dossier dat de GGD over hem heeft opgemaakt. In dat verband wordt artikel 7:456 BW betrokken, evenals artikel 5.3.2 lid 4 Wmo en de nog niet in werking getreden Algemene verordening bescherming persoonsgegevens. Slotsom is dat eiser recht heeft op een afschrift van zijn dossier maar dat identiteitsgegevens van derden mogen worden gemaskeerd.