Appellant is veroordeeld om aan geïntimeerde schadevergoeding te betalen wegens een poging tot doodslag op geïntimeerde. Het hoger beroep richt zich tegen het schadebedrag. Het hof wijst de vorderingen af, omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd en berusten op een verkeerde lezing van de rechtsoverwegingen. Het bestreden vonnis wordt bevestigd.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, 07-04-2020