Strafrecht. Hof heeft het vonnis ter zake van de vordering benadeelde partij vernietigd, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering omdat ‘gelet op gevoerde verweren ter terechtzitting in hoger beroep’ het beoordelen daarvan een onevenredige belasting van het strafgeding zou opleveren en het vonnis voor het overige, waaronder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, bevestigd met aanvulling van gronden. In aanmerking genomen de inhoud van de door het hof bedoelde verweren, behoeft het kennelijke oordeel van het hof dat voldaan is aan het in artikel 36f lid 2 Sr voor oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gestelde vereiste dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht, nadere motivering. Volgt gedeeltelijke vernietiging en terugwijzing.
Hoge Raad, 12-10-2021